Open een stuk bladmuziek en kijken naar de vijf medewerkers lijnen die de noten en alle andere muzikale symbolen bevatten . Begrijp het personeel lijnen als de ruggengraat van bladmuziek , waar alle notenschrift is afgedrukt . Kopen van 2
Kijk naar links van het personeel om de G-sleutel te zien , dat is waar alle rechtse noten gaan , met enkele uitzonderingen van de linkerhand spelen over de rechter . De G-sleutel lijkt op een cursieve " S. "
3
Onder de G-sleutel is de bassleutel waarbij de linker nota's kan worden gevonden . Weet dat alle basnoten hun stengels naar beneden gericht , in tegenstelling tot notities discant met stengels omhoog gericht . De F-sleutel lijkt op een grotere komma met een dubbele punt om haar recht .
4
Meer om de notitie te lijnen voor de G-sleutel en bassleutel onthouden . Probeer het geheugensteuntje van " Every Good Boy Does Fine " voor de noten E , G , B , D , F op de lijnen in de hoge tonen en het "gezicht" van de noten in de ruimtes tussen de lijnen . Gebruik " Good Boys Do Fine Always" voor de bassleutel lijnen en " Alle Koeien gras eten " voor de ruimtes .
Time and Key Signature
5
Neem een kijkje de twee nummers samen bekijken gestapeld links van elke sleutel, uitgedrukt als een fractie . Het bovenste getal geeft aan hoeveel slagen je in een maatregel , en het onderste getal geeft de waarde van de noten in een maat . Een 4/4 tijd betekent vier tellen naar de maat met behulp van kwartnoten . Een 6/8 tijd zou betekenen zes achtste noten per maatregel .
6
Kijk voor de toonsoort als een reeks van flats of kruizen elkaar gestapeld direct aan de rechterkant van de maatsoort . Bestudeer de verschillende toonsoorten zorgvuldig te begrijpen en ontwikkelen van een natuurlijke affiniteit met de sleutel van elk nummer .
7
Leer de basis toonsoorten eerste. Een scherpe geeft de sleutel van G majeur of E minor , en een platte duidt F majeur of D mineur . Zoek elke mineur door het tellen van drie tonen af van de grote gelijk . C majeur naar een mineur zou de meest elementaire voorbeeld geen flats of slijpsel zijn.
8
Ga na of er een nummer is in een majeur of mineur door te kijken naar de laatste noot van een nummer . Als het nummer eindigt op een kleine opmerking , dan weet je het nummer begint in mineur . Word efficiënt , hoewel, in het ontcijferen tussen grote en kleine uit het lied eerste akkoord en tijdens belangrijke overgangen in het hele lied .
Opmerking Waarden en Namen
9
Lees de toelichting op de bladmuziek zorgvuldig en begrijpen het verschil tussen een kwart noot , een achtste noot , een halve noot en een hele noot . Een kwart noot krijgt de beat van " 1 ", een achtste noot krijgt een halve tel van " 1 ", een halve noot krijgt " 2 " slaat , en een hele noot krijgt " 4 " beats .
10
Leer de letters namen van elke noot in een schaal . Onthoud de schaal. Merk op dat na de G , begint de schaal weer bij A.
11
Assimileer het octaaf schaal als C , D , E , F , G , A , B , C. Weet dat een van deze aantekeningen kan ofwel een scherpe of een platte , afhankelijk van de toonsoort .
Overige symbolen
12
Word vertrouwd met veel van de muzikale symbolen die dynamiek te geven en rust in de muziek .
13
Begrijp lus lijnen over een serie noten als legato voor gladde passages en gestippelde notities als staccato voor de korte, kernachtige passages . Kijk voor de wortel lijnen van crescendo en decrescendo , en het symbool van een rust die de beat waarde van een noot duurt .
14
Herken de symbolen die dynamiek en tempo in bladmuziek . F voor fortissimo betekent luid, en P voor pianissimo betekent zacht. Leer de Italiaanse termen voor tempo markeringen, zoals " allegro " voor een snelle en " lento " voor zeer traag . Je zult zien soms gewoon Engels in pop bladmuziek intro om tempo te beschrijven .