Om schalen te leren , moet je begrijpen hoe ze zijn gebouwd . Hoewel er verschillende modi om uit te kiezen , de standaard toetsenbord repertoire van vandaag maakt voornamelijk gebruik van twee : grote en kleine . Er zijn twaalf elk van de grote en kleine schalen , die zijn gebouwd op een reeks halve stappen en hele - stappen . Een halve stap is het kleinste interval in westerse muziek , bijvoorbeeld van D naar D - scherpe of van E tot F ; een hele stap bestaat uit twee halve stappen , dwz van C tot D of F - scherp gis .
De formule voor een grote schaal hele stap , hele stap , half tweestaps , hele stap , hele stap , hele stap , half - stap . De formule voor een natuurlijke kleine schaal hele stap , half - stap , hele stap , hele stap , half - stap , hele stap , hele stap . Weten deze formules kunt u achterhalen welke schaal , of jij de toonsoort of niet .
Groepering
Een goede methode om snel te leren van toonladders is om ze te organiseren in groepen . Eerste , splitsen ze in grote en kleine , en pakken het leren van de belangrijkste sleutels eerste . Vervolgens groep de belangrijkste sleutel schalen in hun vingerzetting patronen . De vingerzetting patroon voor C - major is 1 , 2 , 3 , 1 , 2 , 3 , 4 , 5 in de rechterhand en 5 , 4 , 3 , 2 , 1 , 3 , 2 , 1, in de linkerhand . Dezelfde vingerzetting wordt ook gebruikt voor het D -major , E - majeur, G - majeur en A - majeurtoonladders .
F -major en B -major vallen in een andere categorie , waarbij enerzijds wordt de typische C -Major vingeren, terwijl de andere , hetzij begint of eindigt op de vierde vinger . Bij het afspelen van zwarte toets schalen , gebruikt u uw duim op de zwarte toetsen , zodat de groep deze schalen met elkaar en leren ze als een eenheid . Als je eenmaal onder de knie hebt , kunt u gaan naar de kleine schalen. Elke kleine schaal heeft drie varianten : de natuurlijke mineur, harmonisch mineur ( het een verhoogde zevende stap bevat ) , en melodisch mineur (het bevat verhoogde zesde en zevende stap op de weg en is een natuurlijke kleine op weg naar beneden ) . Leer alle drie varianten voor elk van de twaalf kleine toetsen .
Meester de Duim Kruis
Crossing jouw duim onder de andere vingers is een cruciale stap in het zijn kunnen vloeiend schalen spelen . U kunt beginnen met het leren van uw schalen met behulp van deze oefening : Met behulp van de sleutel van C - groot , te beginnen met de derde vinger van de rechterhand op E. Kruis uw duim onder aan de F , en dan spelen de G met je tweede vinger. Doe dit over en weer , uiteindelijk het toevoegen van uw tweede vinger op D , en dan je duim op C. Oefen dit totdat je duim beweegt soepel heen en weer . Bedenk een gelijkaardige oefening voor de linkerhand .
Chords
Elke grote en kleine sleutel heeft zeven inheemse akkoorden die bestaan binnen het. Een basis tonic akkoord wordt gevormd met de eerste , derde en vijfde noten van elke schaal . Dit is het eerste akkoord dat u moet leren voor elke toets. De volgende belangrijkste akkoorden dominant zijn ( gebaseerd op de vijfde , zevende en tweede noten van elke schaal ) en de subdominant ( gebaseerd op de vierde , zesde en de eerste stappen elke schaal ) . Deze drie akkoorden helpen om cadensen herkennen en componeren elementaire liedjes. Daarna door naar het leren van de andere akkoorden om meer complexiteit toe te voegen aan je muziek.
Gebruik een Reference Guide
Hier krijg je een naslagwerk , zoals Hanon 's ' The Virtuoso pianist " om u te helpen houden van al uw vingerzettingen en oefeningen recht. Op deze manier kunt u notities maken en wennen aan het lezen van muziek en toonsoorten .