De Chicago jazzscene groeide van de Grote Migratie, die zag een groot aantal Afro-Amerikanen laten de zuidelijke VS voor de noordelijke steden . New Orleans inheemse Joe " King" Oliver bracht de vurige , geïmproviseerde stijl van muziek genaamd hot jazz naar Chicago in 1922 King Oliver 's Creole Jazz Band was een vaste act op de South Side van Lincoln Gardens met een jonge Louis Armstrong op de trompet . Collega- New Orleans componist en pianist Jelly Roll Morton ook aangekomen in Chicago in 1922 en vormde de Red Hot Peppers . De band nam singles zoals " Black Bottom Stomp " en " The Pearls " , die volgens de auteur en filmproducent Ken Burns , tonen een combinatie van traditionele jazz improvisatie en gerepeteerd samenstelling ongewoon voor de tijd . Iowa inheemse Bix Biederbecke , die Chicago's jazzclubs voorkeur aan het studeren voor school en werd verbannen , is lid geworden van de Wolverine Orchestra in 1924 Biederbecke bijgedragen aan 13 van de 15 dossiers die de populaire band van witte muzikanten gemaakt voor de Gennett label dat jaar , maar zijn carrière was kort door alcoholisme geknipt en hij stierf in 1931 op 28-jarige leeftijd
Harlem Jazz Bands
Afro - Amerikaanse kunstenaars , schrijvers en muzikanten geconvergeerde in de Nieuwe wijk York van Harlem in de jaren 1920 , een periode die bekend staat als de Harlem Renaissance . Fletcher Henderson , die wilde een chemicus te zijn , veranderde zijn carrière en de Fletcher Henderson Orchestra diende als de huisband voor de Roseland Ballroom voor tien jaar. Henderson gelokt Louis Armstrong naar Harlem in 1924 en Armstrong even gespeeld met Henderson 's band voordat hij terugkeerde naar Chicago . De Savoy Ballroom , met zijn blok - lange dansvloer en twee kiosken , geopend in 1927 The Savoy aanbevolen bands als de Chick Webb Orchestra , die zou zijn Ella Fitzgerald's auto naar het sterrendom in de jaren 1930 , en Fess Williams en zijn Royal Flush Orchestra , die opgenomen de hot jazz hit , " Hot Town " in 1929 The Cotton Club , eigendom van gangsters en alleen open voor blanken , was het huis van Duke Ellington en zijn Cotton Club Orchestra . Tegen het einde van de jaren 1920 , werd Ellington 's band regelmatig op radio en film en in 1999 hoorde , werd Ellington postuum een Pulitzer Prize voor zijn bijdragen aan de Amerikaanse muziek .
Kansas City Jazz Bands
Kansas City in de jaren 1920 was een baken voor jazzbands met zijn mix van speakeasies , nachtclubs en dancings . De historische wijk van de 18e en Vine stond bekend als centrum van de stad voor jazz en vandaag is de thuisbasis van het American Jazz Museum. Een van de eerste Kansas City bands om nationale bekendheid te verdienen was de Coon Sanders Nighthawks Orchestra , die zijn muziek via WDAF radio uitgezonden en haalde verzoeken van luisteraars via telegram Western Union . Walter Pagina 's Blue Devils verhuisde naar Kansas City uit Oklahoma en maakte twee opnames er in 1929 Een van die dossiers, " Squabblin , " aanbevolen pianist Bill " Count ' Basie , die later bij de rivaliserende Benny Moten Jazz Orchestra voordat hij zijn eigen band die blijft vandaag de dag uit te voeren .
Female Jazz Bands
Hoewel het inbreken in de jazz was niet makkelijk voor vrouwen , vrouwelijke bands maakten deel uit van de jazzscene in de jaren 1920 , met name in jazz blues , waarbij de grens tussen de genres vervagen . Lovie Austin 's Blues Serenaders , geleid door jazzpianist Lovie Austin , was een productieve opname band in de jaren 1920 en vaak gesteund solo- acts , waaronder blues legendes Ma Rainey en Ida Cox . Bandleider Bobbie Grice en haar groep , de Veertien BrickTops , een band van 14 roodharige muzikanten , toerde op nationaal niveau in de jaren 1920 en Bobbie Howell 's American Syncopators inbegrepen trompettist Dolly Jones , later bekend als Dolly Hutchinson , die een van de eerste vrouwen was een jazz maken opnemen .