Bespreek de definitie en de soorten van figuurlijk taalgebruik . Vraag de leerlingen om na te denken over waar ze zijn blootgesteld aan de figuratieve taal . Bespreek hoe drama kan overbrengen verschillende soorten literaire technieken . Kopen van 2
Maak een dek van index kaarten die hyperbolen (een hyperbool per kaart ) bevatten . Je kon zinnen gebruiken als: "Ik heb zo'n honger dat ik kon een paard eet " of " Hij zweette kogels . " Vraag individuen studenten naar voren te komen , trek je een kaart van de stapel en handelen uit de hyperbool in een poppenkast . De student die juist gokt de hyperbool krijgt om de volgende te gaan .
3
staat een gelijkenis . Hebben een vrijwilliger naar voren komen van de klas en vormen op een manier dat die gelijkenis vertegenwoordigt . Nodigen dan 1-3 meer studenten aan te toe te voegen aan de pose op een manier die verder illustreert de gelijkenis . Voorbeelden van vergelijkingen die leerlingen uit kunnen handelen onder " stabiel als een rots , " " ogen als dolken " en " sluw als een vos . "
4
Verdeel de klas in groepjes van 2-4 leerlingen . Hebben de groepen schrijven een kort toneelstuk over een algemeen concept , zoals " eerste dag op een nieuwe school " of "het maken van het basketbalteam . " Geef je klas criteria met betrekking tot figuratieve taal die ze moeten gebruiken in hun spel . Zo kunnen ze worden verplicht om ten minste een voorbeeld elk van alliteratie , simile , hyperbool en metafoor te gebruiken . Zodra de toneelstukken zijn gemaakt , hebben de leerlingen ervaren hun spelen voor de rest van de klas .