1. Markeringen :dit zijn de basisbouwstenen van een Tableau-visualisatie en zijn analoog aan de gegevenspunten in een spreadsheet. Elke markering vertegenwoordigt een enkel stuk gegevens en kan worden gebruikt om verschillende attributen van de gegevens te coderen. Een cirkelmarkering kan bijvoorbeeld een klant vertegenwoordigen, en de kleur ervan kan het geslacht van de klant coderen.
2. Coderingen :Zo koppelt u de kenmerken van uw gegevens aan de visuele eigenschappen van uw merken. U kunt bijvoorbeeld het geslacht van de klant coderen door de kleur van de cirkel toe te wijzen aan het geslacht van de klant.
3. Aggregatie :Hiermee kunt u uw gegevens groeperen en samenvatten door aggregatiefuncties zoals som, gemiddelde en aantal te berekenen. U kunt uw klantgegevens bijvoorbeeld groeperen op geslacht en de gemiddelde omzet voor elk geslacht berekenen.
4. Filters :Hiermee kunt u uw gegevens onderverdelen en alleen de gegevens weergeven die aan bepaalde criteria voldoen. U kunt bijvoorbeeld uw klantgegevens filteren, zodat alleen klanten worden weergegeven die een bepaald product hebben gekocht.
5. Sorteren :Hiermee kunt u uw gegevens in een bepaalde volgorde ordenen. U kunt uw klantgegevens bijvoorbeeld sorteren op verkoop om te zien welke klanten het meest winstgevend zijn.
6. Berekeningen :Hiermee kunt u nieuwe velden maken of bestaande wijzigen op basis van formules en expressies. U kunt bijvoorbeeld een nieuw veld maken met de naam 'Korting', dat wordt berekend als een percentage van de oorspronkelijke prijs.
7. Aanpasbare assen en legenda's :u kunt de schaal en het uiterlijk van assen wijzigen en legenda's aanpassen om ze informatiever te maken.
8. Interactieve functies :Tableau ondersteunt ook interactieve functies, zoals tooltips en markeringen, om de gegevens verder te verkennen.
Dit zijn slechts enkele van de elementen waaruit een Tableau-visualisatie bestaat. Door deze elementen te combineren, kunt u krachtige en inzichtelijke visualisaties creëren die u helpen uw gegevens te begrijpen.