1. Zand :Zand is het meest voorkomende niet-levende bestanddeel van woestijnen. Het bestaat uit kleine, losse deeltjes gesteente en mineralen die zijn verweerd en geërodeerd door wind en water.
2. Stenen :Rotsen zijn een ander overvloedig aanwezig niet-levend onderdeel van woestijnen. Het kunnen grote rotsblokken, kleine steentjes of zelfs deeltjes ter grootte van zand zijn. Rotsen in de woestijn worden vaak blootgesteld aan extreme temperaturen en winderosie, waardoor ze unieke vormen en texturen kunnen krijgen.
3. Mineralen :Mineralen zijn van nature voorkomende chemische verbindingen die voorkomen in rotsen en grond. Enkele veel voorkomende woestijnmineralen zijn kwarts, calciet, veldspaat en gips.
4. Bodem :Bodem is een mengsel van zand, slib, klei en organisch materiaal. Het wordt gevonden in de bovenste laag van de woestijnbodem en kan in diepte variëren van enkele centimeters tot enkele meters.
5. Water :Water is een schaarse hulpbron in de woestijn, maar essentieel voor het leven. Het kan worden gevonden in de vorm van regen, sneeuw, grondwater en sijpelt.
6. Dode planten :Dode planten worden vaak aangetroffen in woestijnen vanwege de barre omstandigheden. Deze planten kunnen onderdak en voedsel bieden aan dieren, en ook bijdragen aan de bodemsamenstelling van het woestijnecosysteem.
7. Dierlijke resten :Woestijnen staan bekend om hun barre omstandigheden die kunnen leiden tot de dood van dieren. Dierlijke resten zoals botten, bont en veren zijn verspreid over het woestijnlandschap te vinden.