1. __Landbouwproducten__:Boeren en landarbeiders verkochten gewassen zoals tarwe, maïs, katoen en tabak. Vee zoals runderen, varkens en schapen werden ook verkocht op markten en veeveilingen.
2. __Eten en dranken__:Kooplieden en kruideniers verkochten verschillende voedselproducten, waaronder brood, vlees, vis, zuivelproducten en specerijen. Tavernes en saloons verkochten alcoholische dranken, zoals bier, wijn en sterke drank.
3. __Kleding en textiel__:Kleermakers, naaisters en algemene winkels verkochten kledingstukken, stoffen en textiel. Hoeden, handschoenen, schoenen en accessoires waren ook populaire artikelen die te koop waren.
4. __Huishoudelijke goederen en meubels__:Meubelwinkels verkochten meubels zoals tafels, stoelen, bedden en kasten. Huiseigenaren konden keukengerei, kookgerei en andere huishoudelijke benodigdheden kopen bij bouwmarkten.
5. __Boeken en kranten__:Boekwinkels en kiosken verkochten boeken, pamfletten, kranten en tijdschriften. Er was veel vraag naar gedrukt materiaal toen de alfabetiseringsgraad in de 19e eeuw toenam.
6. __Medicijnen en remedies__:Apotheken en apothekers verkochten verschillende medicijnen en remedies, zowel traditionele als experimentele. Kruidengeneesmiddelen, tincturen en andere geneeswijzen waren populaire producten.
7. __Hardware en gereedschappen__:Smeden en bouwmarkten verkochten gereedschappen en uitrusting voor de bouw, timmerwerk, landbouw en andere beroepen.
8. __Luxe goederen__:Juweliers, zilversmeden en andere ambachtslieden verkochten luxe artikelen zoals sieraden, fijn zilverwerk en decoratieve artikelen voor de rijken en welvarenden.
9. __Kunst en antiek__:Kunstgalerijen en -handelaren verkochten schilderijen, beeldhouwwerken, prenten en antiek aan verzamelaars en kunstliefhebbers.
10. __Diensten__:Mensen verkochten ook hun diensten, zoals smeden, timmerwerk, loodgieterswerk en onderwijs. Professionele diensten zoals juridisch advies, medische zorg en financiële diensten waren ook te koop.