Hoe worden hoge tonen meestal geschreven?

G-sleutel: Hoge tonen worden geschreven met behulp van de vioolsleutel. De solsleutel is het symbool dat lijkt op een gekrulde G en wordt aan het begin van de notenbalk geplaatst (de vijf horizontale lijnen waarop de muziek is geschreven). Noten die op de lijnen of tussenruimten van de vioolsleutel worden geschreven, hebben een hogere toonhoogte dan noten die onder de notenbalk worden geschreven.

Grootboekregels: Wanneer een biljet te hoog is om op de notenbalk te passen, wordt het op een grootboeklijn geschreven. Grootboeklijnen zijn korte, horizontale lijnen die boven of onder de notenbalk worden toegevoegd. Noten die op grootboeklijnen zijn geschreven, hebben een hogere toonhoogte dan noten die op de lijnen of tussenruimten van de notenbalk zijn geschreven.

Octaaftekens: Octaven zijn groepen van acht noten die dezelfde toonhoogte herhalen. Wanneer een noot een octaaf hoger wordt geschreven dan de vorige noot, wordt dit aangegeven met een octaafteken. Octaaftekens zijn kleine cirkels die boven of onder de nootkop worden geplaatst.