- Vergelijkingen: twee dingen vergelijken met 'like' of 'as'.
- Bijvoorbeeld:"De regen viel als een miljoen pijlen."
- Metaforen: twee dingen vergelijken zonder 'like' of 'as' te gebruiken.
- Bijvoorbeeld:"De lucht was een canvas van donkere wolken."
- Personificatie: Het geven van menselijke eigenschappen aan een dier, object of idee.
- Bijvoorbeeld:"De wind fluisterde door de bomen."
- Alliteratie: De herhaling van hetzelfde beginmedeklinkergeluid in een reeks woorden.
- Bijvoorbeeld:"De woedende vloed stroomde vrijelijk."
- Hyperbool: Overdrijving gebruiken om nadruk te leggen.
- Bijvoorbeeld:"Het water steeg naar de hemel."
- Oxymoron: Het combineren van twee ogenschijnlijk tegenstrijdige woorden of zinsneden.
- Bijvoorbeeld:'De vriendelijke reus.'
- Symboliek: Een object, persoon of gebeurtenis gebruiken om iets anders weer te geven.
- De overstromingen vertegenwoordigen bijvoorbeeld de overweldigende uitdagingen waarmee de personages in het stuk worden geconfronteerd.
Deze stilistische middelen helpen bij het creëren van levendige beelden, roepen sterke emoties op en bieden diepere inzichten in de thema's en boodschappen van het stuk.