Hier zijn de beroemde voorbeelden waarin Romeo parallellen trekt tussen Julia en het licht:
1. "Maar zacht! Welk licht breekt daar door het raam?
Het is het oosten en Julia is de zon."
In deze passage vergelijkt Romeo Julia met de zon, de brenger van licht bij zonsopgang. Hij suggereert dat Julia's aanwezigheid de nacht verlicht en de duisternis van de wereld transformeert.
2. "Toen hij hun ruggen bestreed, droeg hij ze als
Een sultan die zijn trouwe lader berijdt;
Toen ze zijn paard besprong, liet ze hem kijken
Meer dan de beste juwelen aan de arm van een donkere Ethiopiër;
Zo scheen de mooiste zon op het donkere voorhoofd
Van de Prins der katten."
In dit fragment vergelijkt Romeo Julia's schoonheid met die van de zon die schijnt op het donkere voorhoofd van de prins der katten (de maan), wat suggereert dat ze zelfs de nachtelijke hemel zelf overtreft.
3. Het lijkt erop dat ze aan de wang van de nacht hangt
Als een rijk juweel in het oor van een Ethiopiër;
Schoonheid te rijk voor gebruik, voor de aarde te dierbaar."
Hier vergelijkt Romeo Julia met een juweel dat schijnt tegen de donkere achtergrond van de nacht. Hij impliceert dat haar schoonheid te kostbaar en voortreffelijk is om door de wereld te worden verdiend.
Deze metaforen onderstrepen Romeo's intense bewondering voor Julia en de diepgaande impact die haar aanwezigheid op hem heeft. Haar uiterlijk, gekenmerkt door licht en uitstraling, boeit en betovert hem en inspireert een diepe en blijvende liefde.