1. Meubels: Dit omvat stoelen, tafels, bedden, banken en andere meubelstukken die essentieel zijn om de setting te creëren en ruimte te bieden voor interactie tussen acteurs.
2. Voorwerpen voor dagelijks gebruik: Deze rekwisieten omvatten items zoals borden, bestek, boeken, pennen, lampen en andere voorwerpen die personages in hun dagelijks leven kunnen gebruiken.
3. Kostuums en accessoires: Hoewel kostuums technisch gezien niet als rekwisieten worden beschouwd, vallen accessoires zoals hoeden, sieraden, handtassen, brillen en andere versieringen onder deze categorie.
4. Handbediende rekwisieten: Dit zijn objecten die acteurs tijdens het stuk manipuleren, zoals wapens, gereedschap, brieven, kranten, telefoons of andere items die cruciaal zijn voor de verhaallijn.
5. Decoraties instellen: Hiertoe behoren voorwerpen als kandelaars, vazen, kunstwerken, planten, sculpturen en andere decoratieve stukken die helpen de gewenste sfeer en sfeer te creëren.
6. Technische rekwisieten: Bij deze rekwisieten gaat het om apparatuur die wordt gebruikt voor speciale effecten, zoals rookmachines, mistgeneratoren, verlichtingsarmaturen en geluidsapparatuur.
7. Voertuigen: Als het stuk dit vereist, kunnen voertuigen zoals fietsen, auto's en zelfs miniatuurmodellen als rekwisieten worden gebruikt.
8. Eten en drinken: Wanneer personages op het podium eten of drinken, worden het eten en drinken dat ze consumeren als rekwisieten beschouwd.
9. Dieren: Afhankelijk van het stuk kunnen de rekwisieten zelfs levende dieren omvatten, zoals honden, katten of vogels, die naast de acteurs op het podium verschijnen.
De keuze en het gebruik van rekwisieten zijn essentieel bij het creëren van een geloofwaardige en meeslepende theaterervaring voor het publiek. Ze dragen bij aan de sfeer, het vertellen van verhalen en de algehele productiekwaliteit.