* Emotie: Romantische kunstenaars waren van mening dat kunst emotioneel moest zijn en probeerden sterke gevoelens bij hun kijkers op te roepen. Dit was in tegenstelling tot het rationalisme van de Verlichting, dat de nadruk legde op het gebruik van de rede boven emotie.
* Verbeelding: Romantische kunstenaars geloofden dat de verbeelding een krachtig hulpmiddel was dat kon worden gebruikt om nieuwe en originele kunstwerken te creëren. Dit was in tegenstelling tot de heersende traditie van die tijd, die de nadruk legde op het gebruik van rede en observatie.
* Natuur: Romantische kunstenaars lieten zich vaak inspireren door de natuur en probeerden de schoonheid en grootsheid ervan in hun werk vast te leggen. Dit was in tegenstelling tot de heersende traditie van die tijd, die het belang van de menselijke rede en cultuur benadrukte.
* Het bovennatuurlijke: Romantische kunstenaars waren vaak geïnteresseerd in het bovennatuurlijke en probeerden dit in hun werk weer te geven. Dit was in tegenstelling tot de toen heersende traditie, die de nadruk legde op het rationele en het empirische.