Prince diende oorspronkelijk in 1993 een aanvraag in voor merkregistratie van het symbool bij het United States Patent and Trademark Office (USPTO). De USPTO wees de aanvraag echter aanvankelijk af op grond van het feit dat het symbool geen onderscheidend vermogen had en dat het verwarring zou kunnen veroorzaken met een bestaand merk. symbool bekend als de "Ankh."
Prince en zijn juridische team reageerden met argumenten en inzendingen om het onderscheidend vermogen en de eigendom van het Liefdessymbool #2 vast te stellen. Na verdere onderzoeken en onderhandelingen verleende de USPTO Prince in oktober 1994 uiteindelijk de handelsmerkregistratie voor het symbool.
Prince's auteursrecht op het Liefdessymbool #2 beschermde zijn exclusieve rechten om het symbool te gebruiken, reproduceren, distribueren en tentoonstellen voor commerciële doeleinden. Het auteursrecht gold gedurende het leven van de auteur plus nog eens 70 jaar na diens overlijden. In het geval van Prince zal de auteursrechtelijke bescherming voor het Liefdessymbool #2 sinds zijn overlijden in 2016 naar verwachting tot 2086 van kracht blijven.
Het is echter essentieel op te merken dat de auteursrechtwetgeving originele creatieve expressiewerken beschermt, zoals literaire, muzikale en artistieke werken. Hoewel Prince mogelijk het auteursrecht bezat voor specifieke artistieke representaties of toepassingen van het Liefdessymbool #2, is de geometrische basisvorm of vorm van het symbool zelf niet noodzakelijkerwijs onderworpen aan auteursrechtelijke bescherming. Bepaalde andere toepassingen of variaties van het symbool kunnen mogelijk onder de bescherming van handelsmerken of modeloctrooien vallen