De eerste amfitheaters werden gebouwd in de late periode van de Republiek en het vroege rijk, en werden al snel populair in het hele Romeinse rijk. Ze werden doorgaans gebouwd in steden en dorpen en konden maximaal 50.000 mensen herbergen.
Amfitheaters zijn ontworpen om de zichtbaarheid voor het publiek te maximaliseren, waarbij de zitplaatsen in halfronde rijen zijn gerangschikt. Het podium, of de arena, bevond zich in het midden van het amfitheater en was omgeven door een muur. De muur beschermde het publiek tegen de dieren en gladiatoren en hielp ook het geluid te versterken.
Amfitheaters waren een belangrijk onderdeel van de Romeinse cultuur en samenleving. Ze boden een plek waar mensen samen konden komen, vermaakt konden worden en een gemeenschapsgevoel konden ervaren.