Goud werd ontdekt op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland in de jaren 1860, wat leidde tot een goudkoorts die duizenden goudzoekers naar de regio bracht. De belangrijkste goudafzettingen werden gevonden in de Otago-regio, vooral in de Clutha River-vallei en rond de stad Queenstown. De ontdekking van goud had een diepgaande invloed op de ontwikkeling van Nieuw-Zeeland, trok kolonisten en investeringen aan en droeg bij aan de groei van de economie van het land.