1. Stillegesteenten :
- Stollingsgesteenten worden gevormd door het afkoelen en stollen van gesmolten gesteentematerialen (magma of lava).
- Magma koelt af in de aardkorst en vormt opdringerige stollingsgesteenten (plutonische gesteenten), terwijl lava op het aardoppervlak afkoelt om extrusieve stollingsgesteenten (vulkanisch gesteente) te vormen.
- Voorbeelden van stollingsgesteenten zijn graniet (opdringerig), basalt (extrusief) en obsidiaan (extrusief).
2. Sedimentgesteenten :
- Sedimentgesteenten worden gevormd door de opeenhoping van sedimenten die zijn samengesteld uit verschillende materialen die zijn afgeleid van de verwering en erosie van reeds bestaande rotsen, en organisch materiaal.
- Sedimenten hopen zich op in energiezuinige omgevingen zoals bassins, oceanen, rivieren of meren. Door verdichting (druk) en cementatie (precipitatie van mineralen) worden deze sedimenten vervolgens geconsolideerd en omgezet in sedimentair gesteente.
- Voorbeelden van sedimentair gesteente zijn zandsteen (uit zandsedimenten), kalksteen (uit calciumcarbonaatsedimenten) en schalie (uit kleisedimenten).
3. Metamorfe gesteenten :
- Metamorfe gesteenten worden gevormd uit reeds bestaande gesteenten (stollingsgesteente, sedimentair of metamorf gesteente) die substantiële veranderingen ondergaan in hun fysieke en minerale samenstelling als gevolg van hoge temperaturen, hoge druk en de aanwezigheid van chemische vloeistoffen zonder volledig te smelten.
- Metamorfe processen vinden plaats tijdens diepe begraving in de aardkorst of tijdens regionale bergbouwevenementen (orogenieën).
- Veel voorkomende metamorfe gesteenten zijn onder meer leisteen (afkomstig uit schalie), marmer (uit kalksteen), schist (uit moddersteen) en gneis (uit graniet).