In gefluisterde slaapliedjes,
Hij hield mij als kind vast,
De bewaker, het kompas,
Begeleidt mij door de wildernis.
(koor)
In jouw plaats staat hij zo trouw,
Een broer en toch zoveel meer,
Een vader, door zijn daden en liefde,
Een band omarmen die hij altijd heeft gezworen.
(Vers 2)
Een schouder die sterk is om op te leunen,
Je deelde in het lachen, in tranen,
Met vriendelijkheid en onwankelbare liefde,
Hij schilderde al mijn angsten weg.
(brug)
Terwijl ik vandaag door het gangpad loop,
Dit moment, zo diep,
Ik ben gezegend door twee opmerkelijke mannen,
Een broer en een vader heb ik gevonden.
(Vers 3)
Hand in hand, met beiden aan mijn zijde,
Als stappen naar een nieuw hoofdstuk die ik zet,
Door alle ups en downs van het leven,
Hun aanwezigheid zal mijn hart nooit verlaten.
(koor)
In jouw plaats staat hij zo trouw,
Een broer en toch zoveel meer,
Een vader, door zijn daden en liefde,
Een band omarmen die hij altijd heeft gezworen.