Ten eerste heeft Oedipus er alle belang bij Teiresias niet te geloven. Als Teiresias gelijk heeft, is Oedipus schuldig aan moord en incest, en zal hij de gevolgen van zijn misdaden onder ogen moeten zien. Oedipus gelooft Teiresias liever niet, zodat hij deze gevolgen kan vermijden.
Ten tweede is Oedipus een trotse man, en hij houdt er niet van als hem wordt verteld wat hij moet doen. Hij gelooft dat hij de enige is die zijn eigen problemen kan oplossen, en hij heeft niemands hulp nodig. Deze trots brengt hem ertoe het advies van Teiresias af te wijzen.
Ten derde is Oedipus een achterdochtige man, en hij vertrouwt niemand. Hij gelooft dat iedereen hem wil pakken, en hij is altijd op zoek naar verborgen motieven. Dit vermoeden maakt het voor hem moeilijk te geloven wat Teiresias hem vertelt.
Ten slotte is Oedipus eenvoudigweg niet overtuigd door het bewijsmateriaal van Teiresias. Teiresias levert geen enkel concreet bewijs dat Oedipus de moordenaar is, en Oedipus gelooft niet dat het indirecte bewijs voldoende is om hem te veroordelen.
Al deze factoren dragen bij aan de twijfel van Oedipus over wat Teiresias hem vertelt.