Op 4 juni 1913 maakte Emily Davison deel uit van een groep suffragettes die protesteerden tijdens de race in de Derby. Ze stak tijdens de race de baan over en greep de teugels vast van het paard Anmer, gereden door jockey Herbert Jones. Het paard schrok en week uit koers, waardoor Davison op de grond werd gegooid en vertrapt door de volgende paarden. Ze was bewusteloos toen ze naar het plaatselijke ziekenhuis werd gebracht en kwam nooit meer bij bewustzijn, en bezweek uiteindelijk aan haar verwondingen.
Het publiek was geschokt en bedroefd door de dood van Davison, en het incident leidde tot een nationaal debat over het vrouwenkiesrecht en de tactieken die door de suffragettes werden gebruikt. Davison was eerder al meerdere keren gearresteerd en gevangengezet vanwege haar activisme en stond bekend om haar bereidheid extreme risico's te nemen om aandacht te krijgen voor de zaak van het vrouwenkiesrecht.
Het Epsom Derby-incident was een keerpunt in de vrouwenkiesrechtbeweging en hielp het bewustzijn en de sympathie voor de zaak te vergroten. De regering keurde uiteindelijk in 1918 de Representation of the People Act goed, waardoor sommige vrouwen voor het eerst in Groot-Brittannië stemrecht kregen.