door Jalal al-Din Rumi
In het bos van de wereld,
Ik ben een boom.
Mijn takken reiken naar de hemel,
En mijn wortels zitten diep in de grond.
Ik word gevoed door de regen en de zon,
En ik geef onderdak aan de vogels en dieren.
Ik ben een deel van het bos,
En het bos is een deel van mij.
De rivier stroomt door het bos,
En het zingt een levenslied.
Het spoelt het vuil en puin weg,
En het laat een schoon en fris pad achter.
De rivier maakt deel uit van het bos,
En het bos is een deel van de rivier.
Het zijn twee helften van hetzelfde geheel.
Ik ben de boom en ik ben de rivier.
Ik ben het bos en ik ben de wereld.
Ik ben alle dingen,
En alle dingen zijn mij.
Ik ben de Ene,
En de Ene is alles.
Er is geen scheiding,
Alleen eenheid.
Ik ben vrede,
En ik ben liefde.
ik ben vreugde,
En ik ben gelukzaligheid.
ik ben alles,
En niets wordt weggelaten.
Ik ben het bos en de rivier,
En ik ben de Ene.
Ik ben alle dingen,
En alle dingen zijn mij.