1. Openingshaak :Het verhaal begint met een boeiende scène die onmiddellijk de aandacht van de lezer trekt. Het begint met een spannend moment, dat de lezers meesleept in het conflict tussen de hoofdpersonen, Juli Baker en Bryce Loski, en vanaf het begin een hoog tempo bepaalt.
2. Afwisselende perspectieven :De roman wisselt af tussen de perspectieven van Juli en Bryce, waardoor lezers de innerlijke gedachten en emoties van beide personages kunnen begrijpen. Deze techniek helpt bij het tempo door verschillende gebeurtenissen, gedachten en gevoelens af te wisselen, waardoor een multidimensionaal verhaal ontstaat.
3. Korte hoofdstukken en flashbacks :Het boek maakt gebruik van korte hoofdstukken die snel door specifieke momenten in de tijd bewegen, waardoor wordt voorkomen dat het verhaal stagneert. Binnen deze hoofdstukken integreert de auteur naadloos flashbacks om lezers te voorzien van extra context en achtergrondverhaal, waardoor het tempo verder wordt verbeterd.
4. Figuratief taalgebruik :Van Draanen gebruikt figuratieve taal, vergelijkingen en metaforen om diepte en levendigheid aan het verhaal te geven. Deze literaire apparaten creëren levendige beelden en voegen een poëtisch tintje toe aan het verhaal.
5. Dialoog en actie :Het verhaal is gevuld met levendige en boeiende dialogen tussen de personages, waardoor momenten van spanning, humor en intimiteit ontstaan. Bovendien integreert de auteur fysieke acties en bewegingen van de personages om dynamiek aan het vertellen van verhalen toe te voegen.
6. Indicaties voor het verstrijken van de tijd :De auteur voegt specifieke tijdmarkeringen toe, zoals jaren en seizoenen, om de voortgang van de tijd in het verhaal aan te geven. Dit helpt lezers de groei van de personages en de ontwikkeling van hun relaties bij te houden.
7. Climax en resolutie :De roman bouwt op naar een klimaatmoment dat meerdere verhaallijnen en karakterbogen samenbrengt. De oplossing van het conflict is emotioneel bevredigend, omdat alles op een samenhangende manier met elkaar wordt verbonden.
Hier volgen enkele specifieke woorden of zinsdelen die de auteur als overgangen gebruikt :
- "In de tussentijd..."
- "Tegelijkertijd..."
- "Later die dag..."
- "Een paar weken later..."
- "Toen..."
- "In het heden..."
- "Daarna..."
- "Ga verder..."
- "De volgende ochtend..."
- "Binnenkort..."