1. De journalist zal te allen tijde de beginselen van waarachtigheid, nauwkeurigheid, objectiviteit en eerlijkheid hooghouden en verdedigen bij het verzamelen en verspreiden van informatie.
2. De journalist verspreidt niet willens en wetens valse, onnauwkeurige of verdraaide informatie.
3. De journalist gebruikt alleen eerlijke en eerlijke middelen om informatie te verzamelen en respecteert de privacy van individuen.
4. De journalist mag geen plagiaat plegen over het werk van anderen.
5. De journalist aanvaardt geen steekpenningen of andere vormen van betaling voor het publiceren of onderdrukken van informatie.
6. De journalist mag zich niet bezighouden met de praktijk van chequeboekjournalistiek.
7. De journalist mag zich niet bezighouden met de praktijk van zwarte propaganda.
8. De journalist mag zich niet inlaten met sensatiezucht.
9. De journalist mag zijn of haar positie niet gebruiken om zijn of haar eigen belangen te behartigen.
10. De journalist zal te allen tijde de beginselen van de vrijheid van meningsuiting hooghouden en verdedigen.