De toon van het gedicht verandert echter snel naarmate de aanvankelijke eerbied van de spreker verandert in frustratie en zelfs wrok. Hij beschuldigt de muze ervan 'wispelturig' en 'wreed' te zijn, en betreurt dat ze 'alleen komt als ze wil', waardoor hij zich leeg en verlaten voelt. Deze weergave van de muze als een ongrijpbare en grillige figuur weerspiegelt de uitdagingen en onzekerheden waarmee dichters vaak worden geconfronteerd in hun creatieve proces.
De spreker beschrijft vervolgens de fysieke en emotionele tol die zijn zoektocht naar de muze van hem heeft geëist. Hij spreekt over "de lange nachten van wachten" en de "bittere smaak van mislukking" die gepaard gaat met zijn pogingen. Dit suggereert dat het creatieve proces niet alleen een kwestie van inspiratie is, maar ook hard werken, discipline en de bereidheid om teleurstellingen te verdragen met zich meebrengt.
Ondanks de moeilijkheden bevestigt de spreker uiteindelijk zijn toewijding aan de poëzie en zijn muze. Hij verklaart dat hij zal 'zingen', ook al betekent dit dat hij geconfronteerd wordt met afwijzing en onduidelijkheid, omdat hij gelooft dat zijn poëtische stem een essentieel middel is om de menselijke ervaring te begrijpen en uit te drukken. deze resolutie suggereert dat de spreker de uitdagingen van het dichterschap heeft aanvaard en bereid is zowel de geneugten als de beproevingen van de creatieve reis te omarmen.
Over het geheel genomen biedt ‘To the Muse’ een genuanceerde en introspectieve verkenning van de aard van poëtische inspiratie en de complexe relatie tussen dichters en hun muzen. Door middel van ingewikkelde beelden en emotionele eerlijkheid legt Wright het verlangen, de frustratie en de diepgaande toewijding vast die gepaard gaan met het streven naar artistieke creatie.