1. Observatie en gegevensverzameling :Wetenschappers begonnen systematische observaties te doen en gegevens te verzamelen over natuurlijke fenomenen. Ze legden hun bevindingen nauwgezet vast en zochten naar patronen en regelmatigheden in de data.
2. Experimenteren :Experimenten werden een cruciaal hulpmiddel voor het testen van hypothesen en theorieën. Wetenschappers ontwierpen experimenten waarmee ze variabelen systematisch konden controleren en manipuleren, factoren konden isoleren en de effecten van veranderingen konden observeren.
3. Inductief redeneren :Op basis van hun observaties en experimentele resultaten gebruikten wetenschappers inductieve redeneringen om conclusies te trekken en te generaliseren over de natuurlijke wereld. Ze probeerden oorzaak-en-gevolgrelaties vast te stellen en algemene wetten of principes te formuleren.
4. Wiskundig redeneren :Wiskunde speelde een steeds belangrijkere rol in wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappers gebruikten wiskundige hulpmiddelen om gegevens te analyseren, relaties tussen variabelen af te leiden en kwantitatieve modellen te ontwikkelen om natuurlijke fenomenen te beschrijven.
5. Herhaalbaarheid en verificatie :Wetenschappers benadrukten het belang van herhaalbaarheid en verificatie van resultaten. Ze moedigden andere wetenschappers aan om hun experimenten te repliceren en hun bevindingen nauwkeurig te onderzoeken om hun geldigheid en betrouwbaarheid te garanderen.
6. Publicatie van resultaten :In deze tijd ontstonden wetenschappelijke tijdschriften en publicaties, waardoor wetenschappers hun bevindingen konden delen en konden deelnemen aan een open dialoog en peer review. Dit vergemakkelijkte de verspreiding van nieuwe kennis en stimuleerde het wetenschappelijke discours.
7. Samenwerking en uitwisseling :Wetenschappers begonnen samen te werken en ideeën, observaties en experimentele resultaten uit te wisselen met collega's uit verschillende disciplines. Dit bevorderde een cultuur van intellectuele uitwisseling en wederzijds leren.
Door deze methoden toe te passen, hebben wetenschappers tijdens de Wetenschappelijke Revolutie een rigoureuze en systematische benadering van kennisverwerving tot stand gebracht. Deze empirische benadering legde de basis voor de moderne wetenschap en transformeerde ons begrip van de natuurlijke wereld.