1. Donkere en melancholische toon:De algemene stemming is vaak verdrietig en vol wanhoop.
2. Bovennatuurlijke elementen:Bovennatuurlijke elementen zoals geesten, vloeken en goddelijke vergelding komen vaak voor.
3. Personages uit de hogere klasse:De hoofdpersonages zijn vaak royalty's of adel.
4. Fatale gebreken:De val van de hoofdpersoon wordt meestal veroorzaakt door een fatale karakterfout, bekend als een 'hamartia'.
5. Wraak:Wraak is een centraal thema, vaak verweven met bovennatuurlijke elementen.
Jacobijnse tragedies, genoemd naar de regering van koning James I, verschillen in de volgende aspecten van Elizabethaanse tragedies:
1. Ruw realisme:Er is een verschuiving gaande naar meer realistische en gewelddadige weergaven van de menselijke natuur en gebeurtenissen.
2. Corruptie en corruptie:De toneelstukken onderzoeken vaak thema's als corruptie en politieke intriges.
3. Karakters uit de lagere klasse:De focus wordt uitgebreid naar karakters uit alle sociale klassen, niet alleen uit de hogere klasse.
4. Complexiteit en dubbelzinnigheid:Jacobijnse tragedies presenteren complexere morele dilemma's en karakters, en laten meer ruimte voor dubbelzinnigheid en interpretatie.
5. Sociaal en politiek commentaar:Deze toneelstukken bevatten vaak sociaal en politiek commentaar op de hedendaagse wereld.