1. De _expositie _ introduceert de hoofdthema's van het stuk. Het eerste thema is een majestueuze melodie gespeeld door strijkers en houtblazers. Het tweede thema is een meer lyrische melodie gespeeld door de violen.
2. De _ontwikkeling In de sectie _ worden de thema's uit de expositie uitgewerkt en gevarieerd. Het ontwikkelingsgedeelte van de Ouverture uit 1812 is behoorlijk uitgebreid en bevat een aantal dramatische passages.
3. De _recapitulatie In het gedeelte _ worden de hoofdthema's uit de expositie herhaald. Het recapitulatiegedeelte van de Ouverture uit 1812 is korter dan het ontwikkelingsgedeelte en eindigt met een triomfantelijke coda.
Naast de sonate-allegro-vorm omvat de Ouverture uit 1812 ook een aantal andere muziekvormen. De inleiding is bijvoorbeeld een vrije-vormsectie die de sfeer van het stuk bepaalt. De coda is een kort gedeelte dat het stuk met een dramatische bloei afsluit.
De Ouverture uit 1812 is een complex en ambitieus muziekwerk. Het getuigt van Tsjaikovski's vaardigheid als componist dat het stuk gedurende de bijna vijftien minuten durende duur zijn interesse en opwinding weet te behouden.