1 Koningen 17:1-6:
_"En Elia de Tisbiet, die tot de kolonisten van Gilead behoorde, zei tegen Achab:"Zo waar de HEER, de God van Israël leeft, voor wie ik sta, er zal deze jaren zeker geen dauw of regen zijn, behalve op mijn woord." _
_Toen kwam het woord van de HEER tot hem:‘Ga weg van hier, ga naar het oosten en verstop je bij de beek Kerith, die ten oosten van de Jordaan ligt. Je zult uit de beek drinken, en ik heb de raven bevolen je daar te voeden.’
_Dus ging hij en deed overeenkomstig het woord van de HEER; hij ging wonen bij de beek Kerith, die ten oosten van de Jordaan ligt.
_De raven brachten hem 's morgens brood en vlees en 's avonds brood en vlees, en hij dronk uit de beek._
Taak 38:41:
'Wie maakt voedsel klaar voor de raaf als zijn jongen tot God roepen en rondzwerven bij gebrek aan voedsel?'
Spreuken 30:17:
'Het oog dat zijn vader bespot en minacht om zijn moeder te gehoorzamen, de raven van de vallei zullen het uitkiezen, en de jonge adelaars zullen het opeten.'
Prediker 12:4:
"Voordat het zilveren koord wordt gebroken, of de gouden schaal wordt gebroken, of de kruik door de veer wordt verbrijzeld, of het wiel bij de put wordt gebroken..."
Lucas 12:24:
'Kijk eens naar de raven:ze zaaien niet en oogsten niet, ze hebben geen voorraadschuur of schuur, en toch voedt God ze. Van hoeveel meer waarde ben jij dan de vogels!'
1 Koningen 17:2-6
En het woord van de Heer kwam tot hem:'Ga en keer naar de stroom Carith die uitkijkt op de Jordaan. Daar zul je van de stroom drinken; Ik heb de raven geboden om je daar voedsel te brengen.'
Spreuken 30:17
Het oog dat zijn vader bespot, dat zijn moeder veracht, de raven van de vallei zullen het pikken, de jonge adelaars zullen het verslinden.
Hooglied 5:11
Zijn hoofd is als het fijnste goud; zijn lokken zijn golvend, zwart als een raaf.
Jesaja 34:11
Maar de pelikaan en het stekelvarken zullen het bezitten, en de uil en de raaf zullen erin wonen. Hij zal de lijn van verwarring over haar uitstrekken en de val van chaos over haar edelen.