Het abstracte conflict in het verhaal ligt in Browns interne strijd om zijn geloof te behouden ondanks het kwaad en de corruptie waarvan hij getuige is in het bos. Hij ontmoet figuren als de duivel, die verleiding en zonde vertegenwoordigt, maar ook andere schimmige en mysterieuze personages die de donkere aspecten van de menselijke natuur symboliseren. Naarmate het verhaal vordert, raakt Brown steeds meer in conflict en verward, waarbij hij zijn eigen rechtvaardigheid en het bestaan van absoluut goed en kwaad in twijfel trekt.
Dit interne conflict manifesteert zich door verschillende ontmoetingen en ontmoetingen die Brown tijdens zijn reis ervaart, die elk bijdragen aan zijn groeiende angst en twijfel. Hij moet de mogelijkheid onder ogen zien dat hij tot kwaad in staat is en dat de grens tussen goed en kwaad niet zo duidelijk is als hij eerder had geloofd.
Uiteindelijk gaat het abstracte conflict in ‘Young Goodman Brown’ over de verkenning door de hoofdpersoon van de duistere aspecten van de menselijke natuur, de grenzen van zijn eigen moraliteit, en de strijd om het geloof te behouden ondanks twijfel en verleiding.