Om de heupval te meten:
Plaats het onderwerp in een staande houding met de voeten op schouderbreedte uit elkaar.
Zoek de iliacale top, het hoogste punt van het heupbot aan weerszijden van de wervelkolom.
Identificeer de trochanter major van het dijbeen, het benige uitsteeksel aan de bovenzijde van het dijbeen.
Gebruik een meetlint of een waterpas om de verticale afstand tussen de iliacale top en de trochanter major aan beide zijden te meten.
Vergelijk de metingen aan beide kanten om de heupval te berekenen.
Heupdruppel kan informatie verschaffen over spierkracht, bewegingsbereik van de gewrichten en mogelijke posturale onevenwichtigheden. Het kan nuttig zijn bij het beoordelen van aandoeningen zoals heupgewrichtsdisfunctie, spieronevenwichtigheden, scoliose en bekkenkanteling.