Dit zijn de belangrijkste factoren die een rol spelen:
1. Potentiële energie:
Wanneer de bal zich bovenaan de helling bevindt, heeft deze vanwege zijn positie een hogere potentiële energie. Potentiële energie hangt af van de hoogte van het object boven een referentiepunt en de versnelling als gevolg van de zwaartekracht. Naarmate de hoogte van de helling toeneemt, neemt ook de potentiële energie van de bal toe.
2. Conversie naar kinetische energie:
Terwijl de bal over de helling rolt, wordt zijn potentiële energie omgezet in kinetische energie, de bewegingsenergie. Hoe hoger de initiële potentiële energie, hoe groter de kinetische energie die de bal onderaan de helling zal hebben.
3. Afgelegde afstand:
Door de verhoogde kinetische energie kan de bal verder rollen langs het horizontale oppervlak aan de onderkant van de helling. Hoe hoger de initiële potentiële energie (vanwege de grotere hoogte van de helling), hoe meer kinetische energie de bal zal hebben, en dus een grotere afstand zal afleggen voordat hij tot stilstand komt.
4. Wrijving en andere factoren:
Hoewel de hoogte van de helling een belangrijke rol speelt bij het bepalen van de afstand die de bal rolt, kunnen andere factoren, zoals wrijving tussen de bal en het oppervlak van de helling, luchtweerstand en de aanvankelijke snelheid die aan de bal wordt meegedeeld, ook de afgelegde afstand beïnvloeden.
Samenvattend verhoogt het vergroten van de hoogte van een helling over het algemeen de potentiële energie van de bal, wat leidt tot een grotere kinetische energie en dientengevolge een langere afstand die de bal aflegt voordat deze tot stilstand komt. Er kunnen echter ook andere factoren van invloed zijn op de exacte afstand die de bal rolt.