Een jazzwalk beschrijft de manier waarop een jazzmuzikant de volledige spanwijdte van de piano- of gitaarhals gebruikt om akkoordprogressies op te bouwen en te improviseren. De speler "loopt" omhoog of omlaag langs de hals van het instrument en speelt gaandeweg noten hoger en lager op de toonladder, en dit helpt om een dynamische en interessante melodie of progressie te creëren.
Jazzwalks worden vaak gebruikt in jazz- en bluesmuziek en zijn zowel in geïmproviseerde als gecomponeerde melodieën te horen. Ze omvatten het achtereenvolgens spelen van verschillende noten van een akkoord, inclusief de grondtoon, terts, kwint en septiem, meestal beginnend vanaf de laagste noot en omhoog bewegend. Hierdoor kunnen muzikanten verschillende stemmen en texturen van het akkoord verkennen, maar ook gebruik maken van meer chromatische noten en uitgebreide harmonieën.
Jazzwandelingen kunnen ook worden beschouwd als overgangspassages, die verschillende delen van een nummer of compositie met elkaar verbinden. Ze kunnen ritmische spanning en een vloeiend gevoel van beweging creëren, en worden vaak gebruikt om anticipatie op te bouwen of om harmonische veranderingen te overbruggen.
Over het geheel genomen is de jazzwalk een fundamentele techniek in de jazzmuziek die zowel melodische creativiteit als harmonische verkenning mogelijk maakt, en een kernelement is van het unieke geluid en de unieke stijl van jazz en blues.