1. Monteer de saxofoon:
- Sluit het mondstuk aan op de nek.
- Bevestig de nek aan het lichaam.
- Bevestig de bel aan het lichaam.
- Steek het riet in het mondstuk.
- Draai de ligatuur vast om het riet op zijn plaats te houden.
2. Houd de saxofoon vast:
- Ondersteun de saxofoon met uw rechterduim op de duimsteun en uw rechterhand op de toetsen.
- Plaats uw linkerhand op de toetsen aan de linkerkant van het instrument.
3. Embouchure:
- Plaats het mondstuk tussen uw lippen, zodat ongeveer de helft van het riet bedekt is.
- Span uw lippen rond het mondstuk om een luchtdichte afsluiting te creëren.
- Blaas zachtjes om geluid te produceren.
4. Vingerplaatsing:
- Gebruik uw vingers om de toetsen in te drukken om de toongaten te openen en te sluiten.
- Raadpleeg de vingerzettingsgrafieken om de posities van verschillende noten te leren.
5.Ademhalen:
- Haal diep adem vanuit het middenrif om een vol en resonerend geluid te produceren.
6. Articulatie:
- Gebruik je tong om het begin en einde van noten te regelen.
- Oefen articulatieoefeningen om je techniek te ontwikkelen.
7. Vibrato:
- Ontwikkel je vibrato door je middenrif te laten oscilleren terwijl je een noot speelt.
8. Oefen regelmatig:
- Consequent oefenen is essentieel om je saxofoonspelvaardigheden te verbeteren.
- Oefen toonladders, arpeggio's, liedjes en andere oefeningen.
9. Zoek begeleiding:
- Overweeg om lessen te nemen van een gekwalificeerde saxofoonleraar om je techniek te verfijnen en geavanceerde concepten te leren.
10. Experimenteer:
- Ontdek verschillende speelstijlen en technieken om je eigen unieke geluid en stijl te vinden.