Hier volgt een overzicht van wat gematigde swing inhoudt:
1. Tempo: Gematigde swing wordt doorgaans in een gematigd tempo gespeeld, niet te snel of te langzaam. Het stelt muzikanten in staat zich uit te drukken met voldoende tijd voor frasering en improvisatie.
2. Beatverdeling: Het basisgevoel van gematigde swing is geworteld in een dubbele maatsoort (2/4 of 4/4 maatsoort). Elke tel is verdeeld in een triplet-onderverdeling, waardoor een 'triplet-gevoel' ontstaat.
3. Benadrukte off-beats: Het bepalende kenmerk van gematigde swing ligt in de nadruk die wordt gelegd op de tweede en vierde zestiende noot van elk triool. Deze off-beats worden iets voor de maat gespeeld, waardoor het een ontspannen en ontspannen ritmische puls krijgt.
4. Ontspannen gevoel: Matige swing heeft een ontspannen en vloeiende kwaliteit, waarbij muzikanten het ritme interpreteren met een beetje rubato (lichte temposchommelingen) en natuurlijke frasering.
5. Improviserende aard: Gematigde swing wordt vaak geassocieerd met improvisatie, waardoor muzikanten vrijelijk melodieën, harmonieën en ritmes kunnen verkennen terwijl ze geaard blijven in de swingende groove.
Om gematigde swing uit te voeren, gebruiken muzikanten doorgaans een swingend gevoel van achtste noten, waarbij de achtste noten enigszins ongelijkmatig worden gespeeld, waarbij de "en" van elke tel wordt geaccentueerd. Hierdoor ontstaat een subtiel push-pull effect dat de muziek een swingend karakter geeft.
Gematigde swing is een veelzijdig ritmisch gevoel dat terug te vinden is in verschillende muziekstijlen, van traditionele jazz en blues tot hedendaagse pop-, rock- en fusionmuziek. Het voegt een vleugje ritmische verfijning en beweging toe aan composities, waardoor het een geliefde en veelgebruikte techniek onder muzikanten wordt.