1. Vorstwig: Wanneer water in scheuren en poriën van rotsen sijpelt en vervolgens bevriest, zet het uit in volume en oefent het een enorme druk uit. Deze herhaalde bevriezings- en dooiactie kan ervoor zorgen dat het gesteente in fragmenten met scherpe en hoekige randen breekt als gevolg van de uitzettings- en krimpspanningen.
2. Breuk door thermische spanning: Extreme temperatuurschommelingen kunnen thermische spanningen in gesteenten veroorzaken. Tijdens warme dagen zetten rotsen uit en tijdens koude nachten krimpen ze. Na verloop van tijd kan deze herhaalde uitzetting en samentrekking breuk en breuk veroorzaken, wat resulteert in ongelijkmatige hoekige stukken rots.
3. Slijtage en erosie: Wanneer rotsen worden blootgesteld aan slijtage door wind, water of andere materialen, ondergaan hun oppervlakken geleidelijke erosie. Deze schurende werking kan ongelijkmatige hoekvormen veroorzaken, omdat de zachtere delen van het gesteente sneller eroderen dan de meer resistente delen.
4. Peeling: Sommige rotsen, vooral die gevormd door vulkanische processen, bevatten concentrische lagen of banden. Verwering kan de verbindingen tussen deze lagen verzwakken, waardoor ze loslaten, waardoor nieuwe en oneffen oppervlakken met hoekige randen bloot komen te liggen.
5. Drukontlasting: Diep onder de grond worden rotsen onderworpen aan intense beperkende druk. Wanneer deze rotsen naar de oppervlakte worden gebracht als gevolg van tektonische opstijging of terugtrekking van de gletsjers, zorgt het plotselinge drukverlies ervoor dat ze uitzetten en in blokken uiteenvallen, vaak met onregelmatige en hoekige vormen.
Samenvattend:ongelijkmatige hoekige rotsen ontstaan voornamelijk als gevolg van mechanische verweringsprocessen zoals vastlopen door vorst, breuk door thermische spanning, slijtage, exfoliatie en drukontlasting. Deze processen creëren gebroken oppervlakken met scherpe en hoekige randen, wat leidt tot de karakteristieke ongelijke vormen die vaak worden waargenomen op rotsachtige terreinen.