2. Onderschat je vijanden niet: Caesar was overmoedig in zijn macht en onderschatte de dreiging die uitging van zijn politieke vijanden, zoals Brutus en Cassius. Hij slaagde er niet in de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om zichzelf te beschermen, wat uiteindelijk tot zijn moord leidde.
3. Vertrouwen kan een tweesnijdend zwaard zijn: Caesar vertrouwde zijn vriend Brutus, die hem verraadde door zich aan te sluiten bij de samenzwering om hem te vermoorden. Dit verraad laat zien dat zelfs degenen die het dichtst bij ons staan zich soms tegen ons kunnen keren.
4. Macht kan corrumperen: Caesars opkomst aan de macht zorgde ervoor dat hij arrogant en hongerig naar macht werd. Hij nam beslissingen die niet in het beste belang van het Romeinse volk waren, en zijn daden leidden uiteindelijk tot zijn ondergang.
5. Pas op voor vleierij: Caesar werd omringd door vleiers die hem buitensporig prezen en zijn ambities aanmoedigden. Deze vleierij maakte hem blind voor zijn eigen fouten en bracht hem ertoe slechte beslissingen te nemen.
6. Tirannie is zelfdestructief: Het dictatoriale bewind van Caesar leidde tot wijdverbreide wrok onder het Romeinse volk. Deze wrok leidde uiteindelijk tot zijn moord en tot de ineenstorting van de Romeinse Republiek.
7. De geschiedenis herhaalt zich: De gebeurtenissen die tot de ondergang van Caesar hebben geleid, hebben zich door de geschiedenis heen herhaald. Leiders die hongerig worden naar macht en de belangen negeren van de mensen die zij leiden, ondergaan vaak een soortgelijk lot.