"Welkom meneer! Dames met tenen
Als je niet geplaagd wordt door likdoorns, krijg je een gevecht met je.
Ah ha, mijn minnaressen, wie van jullie allemaal
Zal nu weigeren te dansen? Zij die sierlijk maakt,
Ik zweer het, zij heeft likdoorns. Kom ik nu bij je in de buurt?
Welkom. Heren! Ik heb de dag gezien
Dat ik een vizier heb gedragen en dat kon zien
Een fluisterend verhaal in het oor van een mooie dame
Zoals het zou behagen:het is weg, het is weg, het is weg.
Graag gedaan, heren! Kom, muzikanten, speel.
Een hal, een hal! geef ruimte en geef het door, meisjes.
[Muziek speelt en ze dansen]
Meer licht, schurken; en draai de tafels om,
En doof het vuur. De kamer wordt te warm.
Ah, meneer, deze onverwachte sport komt goed uit.
Nee, zit, nee, zit, goede neef Capulet,
Want jij en ik zijn voorbij onze dansdagen.
Hoe lang is het niet geleden sinds jij en ik
Had je een masker op?
Tweede Capulet
Bij mijn dame, minstens dertig jaar.
Capulet
Wat, mens! Het is niet zo veel, het is niet zo veel.
'Het is sinds het huwelijk van Lucentio,
Kom Pinksteren zo snel als het wil,
Ongeveer vijfentwintig jaar; en toen maskeerden we.
Tweede Capulet
Het is meer, het is meer; zijn zoon is ouder, meneer,
Zijn zoon is dertig.
Capulet
Wil je me dat vertellen?
Zijn zoon lag twee jaar geleden nog maar op de afdeling.
Romeo, er is een fakkel die je gezicht verbrandt.
Hoe nu, meneer! wat, durft zoals jij...?
Roer in uw straten om een vonk te maken,
Met ginds brandende jeugd en avondmaaldienende jeugd,
Romeo!
De tijd die ik noem, is volkomen vergeten.
Het licht daarginds is geen daglicht; Ik weet niet hoe,
Maar ik ben flauw. [Capulet valt terug in zijn stoel]
Dame Capulet
Wat is dit? Wat is dit?
Muziek, geluid. Wat ho! Geef hem lucht.
Neem een restauratiemiddel mee!"