Inonder-onder-onder wordt traditioneel uitgevoerd door meerdere paren tegelijk, op een open ruimte zoals dorpspleinen of multifunctionele overdekte binnenplaatsen, waarbij de dansers in twee tegenover elkaar liggende rijen staan. Het symboliseert verkering, waarbij dansersparen elkaars bewegingen spiegelen of imiteren. Tussendoor wordt uitgevoerd met beide handen omhoog, en de passen kunnen worden aangepast om de dans uitdagender te maken.
Sommigen geloven dat de term is afgeleid van het woord namong of ‘zwaaien’. Het woord tussen is ook verbonden met het woord mong, wat ‘rondlopen’ betekent in het Binukid-dialect van de B’laans, vandaar dat de dans ook ‘lopen, zwaaiend en bewegend op muziek’ kan betekenen.