(Vers 1)
In een koninkrijk aan zee
Leefde een prinses, eerlijk en vrij.
Met elf zusters eerlijk,
Ze hielden overal van avonturen.
(koor)
Laten we dansen onder de sterren zo helder,
Bij elke stap van uw vreugde.
Met gratie en elegantie zullen we glijden,
Samen in dit magische tij.
(Vers 2)
Onder de glanzende bol van het maanlicht,
De jurken van de prinsessen verschenen
Draaiend, draaiend omhelzen ze elkaar
Het onthullen van verhalen in deze ruimte.
(koor)
Laten we dansen onder de sterren zo helder,
Bij elke stap van uw vreugde.
Met gratie en elegantie zullen we glijden,
Samen in dit magische tij.
(brug)
Het koninkrijk verheugt zich terwijl wij walsen,
Een symfonie van liefde die nooit stopt.
Betoverende geheimen zullen naar boven komen,
Harten verenigen onder deze golf.
(koor)
Laten we dansen onder de sterren zo helder,
Bij elke stap van uw vreugde.
Met gratie en elegantie zullen we glijden,
Samen in dit magische tij.