In een 30-60-90 driehoek is de verhouding tussen de lengtes van de twee benen 1:√3. Dit kan worden bewezen met behulp van de stelling van Pythagoras.
De hypotenusa van een 30-60-90 driehoek is tweemaal de lengte van het kortere been. Dus als het kortere been x is, dan is de hypotenusa 2x.
Het langere been is √3 maal de lengte van het kortere been. Dus als het kortere been x is, dan is het langere been √3x.
Daarom is de verhouding tussen de lengtes van de twee benen x/√3x =1/√3.