• Een gebruiker communiceert met de computer via opdrachten.
• Het systeem voert de functies uit zoals gedefinieerd in de opdrachten.
• De gebruiker krijgt output in de vorm van tekstuele of grafische reacties.
• Het systeem vraagt de gebruiker in elke fase van de interactie, zodat de gebruiker weet hoe verder te gaan.
• Interactieve systemen zijn gebaseerd op een opdrachtgestuurde interface.
• Elk commando heeft zijn functie.
• Interactieve systemen zijn nuttig voor ervaren gebruikers.