1. Beide gebruiken elektromagnetische straling om informatie over hemellichamen te verzamelen. De VLA maakt gebruik van radiogolven, terwijl optische telescopen zichtbaar licht gebruiken.
2. Beide hebben een hoofddoel dat de straling verzamelt en concentreert. Bij de VLA is dit een grote reeks antennes, terwijl het bij een optische telescoop één enkele lens of spiegel is.
3. Beide hebben een secundair doel dat de straling verder focust en naar de detector stuurt. Bij de VLA is dit een reeks spiegels en lenzen, terwijl dit bij een optische telescoop een secundaire spiegel is.
4. Beide hebben een detector die de straling omzet in een elektrisch signaal. Bij de VLA is dit een ontvanger die de radiogolven detecteert, terwijl het bij een optische telescoop een CCD-camera is die het zichtbare licht detecteert.
5. Beide gebruiken computers om de gegevens te verwerken en afbeeldingen te maken. Bij de VLA gebeurt dit door een correlator, terwijl dit bij een optische telescoop gebeurt door een computer die de beelden van de CCD-camera verwerkt.