Om een computer goed te laten functioneren, heeft deze een besturingssysteem nodig. Het besturingssysteem biedt een manier waarop de hardware en software met elkaar kunnen communiceren, en het biedt ook de gebruikersinterface waarmee gebruikers met de computer kunnen communiceren. Zonder besturingssysteem is de computer in wezen slechts een verzameling elektronische componenten die niets kunnen doen.
Hier zijn enkele specifieke dingen die gebeuren als er geen besturingssysteem is:
* De hardware kan niet communiceren met de software. Dit betekent dat de software geen toegang heeft tot de hardwarebronnen, zoals de CPU, het geheugen en de opslag.
* De gebruiker kan geen interactie hebben met de computer. Dit betekent dat de gebruiker geen opdrachten kan invoeren, programma's kan openen of bestanden kan bekijken.
* De computer start mogelijk niet goed op. Dit betekent dat de computer mogelijk niet kan opstarten of kort na het opstarten kan crashen.
Als u problemen ondervindt met uw computer, is een van de eerste dingen die u moet controleren of het besturingssysteem goed functioneert. Als het besturingssysteem niet werkt, moet u het opnieuw installeren of vervangen door een nieuw besturingssysteem.