- Televisie: Televisie-uitzendingen maken gebruik van elektromagnetische golven om video- en audiosignalen door de lucht te verzenden. Deze golven kunnen worden ontvangen door antennes die op televisietoestellen zijn aangesloten.
- Radio: Radio-uitzendingen maken ook gebruik van elektromagnetische golven, maar ze zenden alleen audiosignalen uit. Daarom hebben radiosignalen geen videocomponent nodig en kunnen ze worden ontvangen door eenvoudigere apparaten zoals radio's.
2. Frequentiebereik
- Televisie: Televisiesignalen beslaan een hoger frequentiebereik dan radiosignalen. Hierdoor kunnen televisie-uitzendingen meer informatie verzenden en video en audio van betere kwaliteit bieden.
- Radio: Radiosignalen bezetten een lager frequentiebereik.
3. Modulaties
- Televisie: Televisiesignalen gebruiken complexere modulatietechnieken dan radiosignalen. Hierdoor kunnen televisie-uitzendingen video- en audiosignalen van hogere kwaliteit verzenden.
- Radio: Radiosignalen gebruiken eenvoudiger modulatietechnieken.
4. Ontvangstapparatuur
- Televisie: Televisies hebben complexere ontvangers dan radio's. Televisieontvangers (TV's) moeten de video- en audiosignalen kunnen decoderen, verwerken en de video op een scherm kunnen weergeven.
- Radio: Radio's hebben eenvoudigere ontvangers die alleen audiosignalen kunnen decoderen en versterken.
5. Toepassingen en inhoud
- Televisie: Televisie-uitzendingen kunnen een verscheidenheid aan inhoud overbrengen, zoals nieuws, entertainment, sport, documentaires en educatieve programma's.
- Radio: Radio-uitzendingen worden voornamelijk gebruikt voor het uitzenden van muziek, nieuws, talkshows en sportcommentaar.
6. Extra functies
- Televisie: Moderne televisies bieden verschillende extra functies, zoals high-definition (HD), 3D, smart tv-functies en internetconnectiviteit.
- Radio: Radio's hebben doorgaans minder extra functies dan televisies. Sommige moderne radio's beschikken over functies zoals digitaal afstemmen, voorkeurzenders en het afspelen van cd's/mp3's.