1) De kosten van verkochte goederen: Dit omvat de kosten van het eten en drinken zelf, evenals de kosten van arbeid, verpakking en transport.
2) De exploitatiekosten van het theater: Dit omvat de kosten van huur, nutsvoorzieningen en lonen van werknemers.
3) De beoogde winstmarge van het theater: Theaters streven doorgaans naar een winstmarge van ongeveer 20%.
4) De concurrentie: Theaters zullen hun prijzen vaak afstemmen op de prijzen die andere theaters in de omgeving hanteren.
5) De locatie van het theater: Theaters in gebieden met veel verkeer vragen vaak hogere prijzen dan theaters in gebieden met minder verkeer.
6) Het tijdstip van de dag: Theaters zullen tijdens de spitsuren (zoals weekends en avonden) vaak hogere prijzen hanteren dan tijdens de daluren (zoals weekdagen en ochtenden).
Uiteindelijk worden de prijzen van bioscoopconcessies bepaald door de theatereigenaren. Ze worden echter beïnvloed door een verscheidenheid aan factoren, waaronder de kosten van het theater, de beoogde winstmarge, concurrentie, locatie en tijdstip.