1. Breedtegraad en zonnestraling:
India ligt tussen 8°4' noorderbreedte en 37°6' noorderbreedte. De hoeveelheid zonnestraling die op verschillende breedtegraden wordt ontvangen, varieert, wat resulteert in variaties in temperatuur- en klimaatpatronen. De noordelijke delen van India ontvangen meer direct zonlicht en een hogere intensiteit van zonnestraling, terwijl de zuidelijke regio's minder ontvangen.
2. Hoogte en reliëf:
India heeft diverse topografische kenmerken, waaronder bergen, plateaus en vlaktes. Hoogte speelt een belangrijke rol bij het bepalen van de temperatuur, waarbij grotere hoogten over het algemeen koelere temperaturen ervaren. In de bergachtige gebieden van de Himalaya in het noorden zijn het bijvoorbeeld het hele jaar door koudere temperaturen.
3. Moessoncirculatie:
Het Indiase subcontinent wordt sterk beïnvloed door het moessonsysteem, een seizoensgebonden omkering van windpatronen. De zuidwestelijke moessonwinden brengen met vocht beladen lucht uit de Indische Oceaan en veroorzaken zware regenval tijdens het moessonseizoen (juni-september) in de meeste delen van India. Dit leidt in veel regio's tot verschillende natte en droge seizoenen.
4. Jetstreams:
Jetstreams zijn snel bewegende luchtstromen die zich op grote hoogte bevinden. Hun beweging beïnvloedt de weerpatronen in verschillende regio's van India. De fluctuaties in het pad en de sterkte van straalstromen kunnen het optreden van weersverschijnselen zoals cyclonen, droogtes en hittegolven beïnvloeden.
5. Westerse verstoringen:
Westerse verstoringen zijn weersystemen die hun oorsprong vinden in het Middellandse Zeegebied en winterregens naar de noordelijke delen van India brengen, met name de westelijke Himalaya en de aangrenzende vlakten. Deze verstoringen brengen tijdens de wintermaanden de broodnodige neerslag naar deze regio's.
6. Regionale factoren:
Lokale factoren zoals de nabijheid van de zee, de aanwezigheid van bergketens en de impact van verstedelijking dragen ook bij aan lokale variaties in weer- en klimaatpatronen binnen verschillende regio's van India.
Door de combinatie van deze factoren ervaart India een breed scala aan klimatologische omstandigheden, waaronder tropische, subtropische, gematigde en alpiene klimaten, wat leidt tot duidelijke seizoensvariaties in het hele land.