Teken je storyboards . Houd in gedachten het storyboard taal . Je nodig hebt om 13 basisbegrippen kennen . " Close- up " is een schot op korte afstand tussen de camera en het onderwerp . " Los " is een overgang tussen twee shots. " Fade Out " is een overgang van uw opname naar zwart . " Fade In " is wanneer uw beeld helderder . " POV " is oogpunt. " Tilt " is het gebruik van de camera op statief (het op en neer beweegt ) . "Zoom" is wanneer de lens van de camera beweegt de voet in de richting van uw onderwerp. "High Angle Camera " is een camera hoek die neerkijkt op zijn onderwerp. " Lage camerahoek " is een camera hoek die omhoog kijkt naar het onderwerp . " Long Shot " is de grote afstand tussen de camera en het onderwerp . " Pan " is een beweging van de camera in een scène van punt A naar punt B. "Reactie shot" is een opname van een onderwerp te kijken buiten het scherm. " Jumpcut " is een snelle abrupte overgang van de ene scène naar de andere . Kopen van 2
Scan uw werk in uw computer . Met Word- tabellen , creëer je storyboards ( een of twee schermen per pagina ) . De tafel moet eruit zien als een uitsplitsing pagina uit de commerciële productie . Plak je schets in de tabel en schrijf uw kader beschrijving . Het moet onder meer wat zal worden op een scherm en je regisseur opmerkingen.
3
Maak uw storyboards aanpasbaar , herschikken hen en hen rond bewegen . Knippen en plakken van uw verhaal in uw tafel . U moet de exacte woorden van het script naar de fotolijst beschrijving overeenkomen . Mediabeleid lijsten voor uw pre - visualisatie . Deze zijn in principe een lijst van plastische of muzikale referenties voor je script ( muziek , films , tijdschriften en kranten artikelen, boeken etc. ) .