- Verklarende documentaires: Deze documentaires zijn objectief en feitelijk in hun presentatie. Ze gebruiken interviews met experts, archiefmateriaal en voice-over om het verhaal te vertellen.
- Observationele documentaires: Deze documentaires zijn meer naturalistisch en observationeel. Ze volgen onderwerpen in hun natuurlijke omgeving en gebruiken weinig of geen verhaal.
- Participatieve documentaires: Deze documentaires betrekken de filmmaker directer bij het verhaal. De filmmaker kan onderwerpen interviewen, aanwezig zijn bij evenementen of zelfs deelnemen aan de evenementen.
- Subjectieve documentaires: Deze documentaires zijn persoonlijker en subjectiever in hun presentatie. Ze kunnen poëtische beelden, symboliek en niet-traditionele verhaalstructuren gebruiken om het verhaal te vertellen.
- Experimentele documentaires: Deze documentaires breken met traditionele filmtechnieken en -structuren. Ze kunnen animatie, collage of andere experimentele technieken gebruiken om het verhaal te vertellen.
Documentaire films bestaan al sinds de begindagen van de cinema. Een van de eerste documentaires is Nanook of the North (1922), dat het verhaal vertelt van een Inuit-jager in de poolcirkel. Andere opmerkelijke documentaires uit de 20e eeuw zijn onder meer The Plough That Broke the Plains (1936), Nacht en mist (1955), Woodstock (1970) en Man on Wire (1974).
De afgelopen jaren zijn documentaires steeds populairder geworden op televisie en streaming media. Enkele populaire documentaires uit de 21e eeuw zijn Making a Murderer (2015), De Hoeders (2017) en Wild Wild Country (2018).
Documentaires kunnen een krachtige manier zijn om kijkers te informeren en te entertainen over belangrijke kwesties in de wereld. Ze kunnen ook een instrument zijn voor belangenbehartiging en verandering.