1. Plot- en verhaalstructuur :Onderzoek de algemene narratieve structuur van de film of het drama. Denk na over het begin, het midden en het einde en analyseer hoe deze bijdragen aan de ontwikkeling en oplossing van het verhaal. Zoek naar verhalende technieken zoals flashbacks, voorafschaduwing en parallelle plots die het vertellen van verhalen versterken.
2. Karakters :Analyseer de hoofdpersonen en hun ontwikkeling gedurende het verhaal. Houd rekening met hun motivaties, conflicten en karakterbogen. Onderzoek hoe hun acties en interacties de plot bepalen en bijdragen aan de algemene thema's van de film of het drama.
3. Thema's :Identificeer de centrale thema's die de film of het drama onderzoekt. Thema's zijn de onderliggende ideeën of boodschappen die het werk communiceert. Het zijn vaak universele concepten die op een dieper niveau resoneren met het publiek. Zoek naar terugkerende motieven en symbolen die de thema’s versterken.
4. Instelling :Denk na over de setting van de film of het drama en hoe deze bijdraagt aan het verhaal. Analyseer hoe de fysieke en sociale omgeving de personages en de gebeurtenissen die zich ontvouwen beïnvloedt.
5. Genre :Identificeer het genre van de film of het drama en analyseer hoe dit het verhaal vormgeeft. Ontdek hoe de film de conventies van zijn genre volgt of ondermijnt, en bedenk hoe dit de ervaring van de kijker beïnvloedt.
6. Cinematografie en montage :Analyseer het gebruik van cameratechnieken, belichting en montage om het vertellen van verhalen te verbeteren en een specifieke visuele stijl te creëren. Bedenk hoe deze elementen bijdragen aan de algehele sfeer en sfeer van de film of het drama.
7. Geluid en muziek :Let op het gebruik van geluid en muziek in de film of het drama. Analyseer de geluidseffecten, de achtergrondscore en eventuele diëgetische geluiden die de emoties en acties op het scherm versterken.
8. Acteren :Beoordeel de prestaties van de acteurs en hoe ze hun personages tot leven brengen. Denk aan hun gezichtsuitdrukkingen, lichaamstaal en stemuitdrukking die de emoties en intenties van de personages overbrengen.
9. Symbolische elementen :Zoek naar symbolen en metaforen die diepere betekenislagen aan de film of het drama toevoegen. Analyseer hoe deze elementen de thema's en plot aanvullen en versterken.
10. Auteurtheorie :Denk aan de rol van de regisseur of toneelschrijver als de ‘auteur’ van het werk. Analyseer hoe hun unieke artistieke visie de stijl, thema's en algehele uitvoering van de film of het drama vormgeeft.
11. Publiekontvangst :Onderzoek de kritische ontvangst en ontvangst van de film of het drama door het publiek na de release en onderzoek hoe deze in de loop van de tijd heeft standgehouden of geëvolueerd. Denk na over de verschillende interpretaties en perspectieven die naar aanleiding van het werk naar voren zijn gekomen.
12. Culturele en historische context :Analyseer de film of het drama binnen zijn culturele en historische context. Bedenk hoe het maatschappelijke normen, politieke bewegingen of historische gebeurtenissen weerspiegelt of uitdaagt.
Door deze elementen zorgvuldig te analyseren, krijg je een dieper inzicht in de artistieke verdiensten van de film of het drama, de verteltechnieken en de boodschappen die deze overbrengt.