Hier zijn een paar voorbeelden van open notenkoppen en hun corresponderende notenwaarden:
1. Hele noot :Een open nootkop die op een lijn of spatie van de notenbalk wordt geplaatst, vertegenwoordigt een hele noot, wat de langste nootduur is in de standaardnotatie. Het duurt vier tellen in een 4/4 maatsoort.
2. Halve noot :Een open notenkop met een steel vertegenwoordigt een halve noot, die twee tellen duurt in een 4/4 maatsoort.
3. Gestippelde notities :Een open notenkop met een punt erna geeft een gestippelde noot aan. Een gestippelde noot wordt in duur verlengd met de helft van zijn oorspronkelijke waarde. Een halve noot met stippen duurt bijvoorbeeld drie tellen in een 4/4 maatsoort (twee tellen voor de halve noot plus één tel voor de punt).
4. Notitiegroepen :Open notenkoppen worden ook in groepen gebruikt om akkoorden of arpeggio's te vormen. In de meeste gevallen duiden open notenkoppen de eerste noot van een akkoord of arpeggio aan, en worden de andere noten aangegeven met stammen en nootkoppen of schuine strepen.
Het is belangrijk op te merken dat de ritmische interpretatie van open notenkoppen kan variëren, afhankelijk van het muziekgenre en de maatsoort. In sommige soorten muziek, zoals jazz of hedendaagse muziek, kan een open notenkop bijvoorbeeld duiden op een tenuto (aangehouden) noot of een geïmproviseerde passage, waarbij de uitvoerder de vrijheid heeft om de noot lang vast te houden.
Over het algemeen zijn open notenkoppen een notatie-element dat wordt gebruikt om noten met een langere duur weer te geven en een belangrijke rol te spelen bij het specificeren van notenwaarden en ritmes binnen een muzikale compositie.