Verteller: Er was eens, in een magisch land van regenbogen en zonneschijn, een eenhoorn genaamd Charlie. Charlie was een heel bijzondere eenhoorn, omdat hij de enige in zijn soort was. Hij had een sprankelende hoorn, pluizige manen en staart en een hart van puur goud.
Op een dag was Charlie aan het spelen in het bos toen hij een groep andere eenhoorns tegenkwam. De eenhoorns hadden allemaal verschillende kleuren en maten, en ze waren allemaal erg opgewonden om Charlie te ontmoeten. Ze hadden verhalen over hem gehoord en ze wilden allemaal graag zijn vriend zijn.
Charlie was erg blij om de andere eenhoorns te ontmoeten, en hij maakte snel vriendschap met hen. Ze brachten de dag door met spelletjes spelen, verhalen vertellen en gewoon genieten van elkaars gezelschap.
Maar toen de dag ten einde liep, begon Charlie zich verdrietig te voelen. Hij wist dat hij zijn nieuwe vrienden zou moeten verlaten en naar zijn huis zou moeten terugkeren.
De andere eenhoorns waren verdrietig toen ze Charlie zagen vertrekken, maar ze wisten dat hij terug moest naar zijn eigen wereld. Ze beloofden hem nooit te vergeten, en ze namen allemaal afscheid.
Charlie keerde terug naar huis en hij vergat zijn vrienden nooit. Hij dacht vaak aan hen, en hij koesterde altijd de herinneringen aan hun tijd samen.
Het einde.